De Verkenning
 

   Terugblik op "De Verkenning"beginpagina

Debat over de cultuur van vrede en geweldloosheid

Vrijdag 18 mei organiseerden het Humanistisch Vredesberaad en de Vereniging PAIS in het kader van Rotterdam Culturele Hoofdstad het debat "De Verkenning", in samenwerking met de Stichting Laurenskerk, Hogeschool Rotterdam, Humanistisch Verbond, Albeda en Zadkine College, Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam en Humanitas Rotterdam. In de Rotterdamse Laurenskerk ging een scala aan inleiders en panelleden onder leiding van Bert van Meggelen met elkaar en de ongeveer 200 bezoekers op zoek naar de oorzaken van geweld in onze samenleving. Het doel was mogelijkheden te verkennen voor het ontwikkelen van een cultuur van vrede en geweldloosheid. Een thema dat sinds 11 september actueler is dan ooit.

Geweld en de Stad

Wethouder Herman Meijer leidde aan de hand van zes stellingen het onderdeel Geweld en de Stad in. Samengevat zei hij dat slechts enkele vormen van geweld typisch stedelijk zijn: straatroof, potenrammen en criminele afrekeningen. We zouden ons meer moeten verdiepen in de oorzaken van dit geweld. Het zogenoemde zinloze geweld is een gevolg van gekrompen socialiteit. Van een burgeroorlog is echter geen sprake, want er zijn geen duidelijke kampen. Alleen nieuwe ervaringen helpen het gevoel van onveiligheid te overwinnen. Geweldloosheid begint bij respect voor de ander, dus bij erkenning zowel van verwantschap als van vreemdelingschap.

Vanuit het panel kwamen verschillende reacties. Volgens Ton Huiskens (project Thuis op Straat) houdt respect voor anderen mede in het goed omgaan met verschillen: vele buitenlanders denken anders dan wij. Het gesprek over verschillen wordt vooral gevoerd door de armen die zulke verschillen in hun woonomgeving zien. Het is hoogst nodig dat de rijke bovenlaag mee gaat doen aan het debat. Henk Manschot (Universiteit voor Humanistiek) benadrukt: agressie zit in ieder persoon en begint vaak bij angst, gevoed vanuit een bepaalde interpretatie van onderlinge verschillen. We moeten die angst voor onderlinge verschillen echter overwinnen in een streven naar een gevoel van wereldburgerschap. Hans Visser (Pauluskerk) vulde aan: we moeten streven naar een evenwicht tussen de hang naar het chaotische en die naar het kosmische. Die irrationele kant is griezelig, maar reëel. Jacqueline de Jong (Meld Geweld) mist een verwijzing naar hoe we met elkaar praten. Geweld ontstaat ook door de woorden die we gebruiken, we realiseren ons onvoldoende wat we eigenlijk willen zeggen en drukken ons dan onduidelijk uit. Henk Stroeve (hoofd recherche, politie R'dam-Rijnmond) stelt vast dat jongeren van nu zich minder dan vroeger gevoelens van schaamte of schuld eigen maken. Wat jongeren zich eigen maken zijn de regels van de straat, de overlevingsregels, het recht van de sterkste. Wat wellicht enigermate zou helpen is een tv-staking. Farouc Bonifacia heeft gewerkt in o.a. de Millinxbuurt en in andere projecten van de Sociale Dienst in Rotterdam en is behoorlijk geschrokken van de mate van gewelddadigheid die hij aantrof. Je moet, wil je wat bereiken, praten op het niveau waarop mensen tegen elkaar te keer gaan. Joop Godmers (Stichting Voorkom) merkt op: we komen allemaal met gebalde vuisten op de wereld. We moeten zo gauw mogelijk leren lopen en op school presteren. Wie dat niet zo lukt raakt in drugs of criminaliteit of pleegt geweld om te bereiken wat normale mensen met werken lukt. Psychiater Lietje van Blaaderen, ten slotte: dat je respect voor jezelf niet moet afdwingen maar verdienen kun je kinderen leren. Laat 'ervaringsdeskundigen' lezingen op scholen geven. Je moet het boos worden niet aflere

Europa en Geweld

Als inleider op het thema Europa en Geweld poneerde Fauzaya Talhaoui, parlementslid in België voor Agalev, de volgende twee stellingen. Ten eerste: het fenomeen van verrechtsing en extreem-rechts geweld, dat we op verschillende plaatsen in Europa zien opduiken (België, Oostenrijk, Frankrijk, Denemarken), is ook in Nederland in de kiem aanwezig. Ten tweede: hoe meer geweld de Europese landen (in bondgenootschap met de Verenigde Staten) gebruiken om hun vermeende belangen in de rest van de wereld te behartigen, hoe meer de slachtoffers van dat geweld zich tegen ons keren en hoe meer het nationalisme in die overige landen zich ontwikkelt (zoals bijvoorbeeld in de Balkan of de Islamitische wereld).

Volgens Kees Homan (Instituut Clingendael) valt het met de verrechtsing in Europa wel mee, omdat de regeringen nergens extreem-rechts zijn. Het geweld van Europa op de Balkan moet naar zijn mening in een ruimere context geplaatst worden. Niet alleen mensenrechten, maar ook het gevaar van een mogelijke escalatie van het conflict naar buurlanden en de zorg om de geloofwaardigheid van de NAVO speelden een belangrijke rol bij het besluit tot militair ingrijpen in Kosovo. Rabbijn Abraham Soetendorp deelde de mening van Talhaoui dat verrechtsing in Nederland onder de oppervlakte aanwezig is. Volgens hem zou in Europees verband meer aandacht besteed moeten worden aan "onderwijs in mededogen". We zouden het gevoel van mededogen dat we hebben voor asielzoekers niet moeten aanpassen aan het aantal beschikbare huizen, maar juist het aantal huizen moeten aanpassen aan ons gevoel van mededogen. We zouden geleid door politici en spirituele leiders moeten strijden voor een "ziel van Europa waarin hoop leeft". Historicus Leo van Bergen plaatste kanttekeningen bij een aantal door zijn voorgangers geplaatste stellingen. Niet alleen extreem-rechts, ook extreem-links gebruikt vaak geweld. Hier zou ook aandacht voor moeten zijn. Mensen leren niet van de geschiedenis, dus verbetering van onderwijs zal niet veel helpen. En we hebben niet zozeer meer spiritualiteit nodig, maar juist meer redelijk denkende mensen. Het belang van de ratio zou weer meer onderkend moeten worden. Volgens Bram van der Lek (Burger-vredesteams Neder-land) is er veel tijd nodig om geweld te bestrijden. Kinderen zouden van jongs af aan opgevoed moeten worden in het vermogen zich in anderen te verplaatsen. De grote verschillen tussen arm en rijk zouden opgeheven moeten worden. En wat betreft Kosovo: de bombardementen waren onterecht en hebben alleen maar tot escalatie van het conflict en het geweld geleid, zoals ook door veel militairen gezegd wordt. Willemijn van de Werf (Tribunaal voor de Vrede) voegde hieraan toe dat de militarisering in Europa de laatste decennia alleen maar gegroeid is. De wapenindustrie is omvangrijker dan ooit, terwijl er tegen deze militarisering nog maar amper gedemonstreerd wordt. De bevolking heeft een blind vertrouwen in de politiek, ondanks het feit dat de beraadslagingen over deze militaire zaken in het Europarlement in het geheim plaatsvinden. Volgens Mans van Zandbergen en Han Deggeler (WILPF), ten slotte, zouden meer vrouwen ingeschakeld moeten worden bij het oplossen van conflicten. Ook zouden via het ontwikkelen van netwerken allerlei vredesgroepen meer kunnen doen om uiteindelijk hun regeringen ertoe te brengen een beleid te voeren dat minder gewelddadig is of meer doet om geweld te voorkomen.

Geweld(-loosheid) en Cultuur

In het verhaal van Ger Groot, filosoof aan de Erasmus Universiteit, stonden afgunst en hebzucht centraal. In onze cultuur is hebzucht van een ondeugd een deugd geworden. Het heeft vooruitgang gebracht en ging gepaard met een toename van kennis, macht en mogelijkheden (bevordert ook de economie). Het gekke is, dat onze behoeften niet door enige vervulling worden getemperd, integendeel. Hoe meer we hebben, hoe meer we willen. Niettemin zijn hebzucht en afgunst waarschijnlijk de meest voorkomende en belangrijkste oorzaken voor het optreden van geweld. Om dat geweld de baas te blijven, zijn wetten gemaakt en heeft men individuen rechten gegeven.

Ger Groot, denkend in de lijn van de Franse filosoof René Girard, denkt niet dat geweld ooit volledig geëlimineerd kan worden. Elke sociale en politieke orde is op de mogelijkheid van geweld gebaseerd om de vrede te handhaven. Ook de Nederlandse staatsorde bezit het monopolie van geweld. Dat wil zeggen dat alleen de staat het recht heeft geweld uit te oefenen, wanneer dat nodig is: gecontroleerd geweld ten gunste van de samenleving.

Het is een realiteit dat mensen afgunstige wezens zijn, aldus Groot. Daarom zou het goed zijn de cultuur van opzichtige rijkdom terug te dringen. Zeker is het goed dat de moderne staat probeert het menselijk (wan-) gedrag onder controle te krijgen. "Niemand kan beloven dat Auschwitz niet meer zal gebeuren, maar het besef van de morele onaanvaardbaarheid daarvan is een onmiskenbare overwinning van de mens op zichzelf."