hoofdmenu

De Waanzin van het Intellect door Jos Decorte

Dit boek uit 1989 is blijkens het voorwoord ontstaan uit jarenlange sympathie voor de vredesbeweging, en in het bijzonder uit een discussie-avond, gewijd aan de vredesthematiek, in het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte (KU Leuven).

De ondertitel ervan luidt:

'Twee modellen van de eeuwige strijd tussen goed en kwaad.'

Het eerste deel betrof de Middeleeuwen en speciaal de periode van de heksenvervolging. Over het algemeen zijn wij 21e eeuwers, geneigd die periode te zien als één van geweldig bijgeloof en van in wezen een uiting van waanzin. Maar, was het dat ook in het licht van de heersende denkwereld in die tijd? Was het niet eerder een heel rationeel proces, net zoals wij (een paar pacifisten uitgezonderd) in de wereld van nu heel rationeel bezig te zijn met onze veiligheidssystemen, inclusief (kern)bewapeningswedloop?

Oorspronkelijk, aldus de gedachtegang van de middeleeuwer, was er orde. De mens heeft die verstoord. Christus bracht het begin van het reddende bestel. Tot zijn wederkomst moeten Kerk en Staat zoveel mogelijk het herstel bespoedigen. Dit eist een moeizame bikkelharde strijd, een strijd tussen God en de duivel. De mens is daarbij een pion. De duivel heeft handlangers in de vorm van heksen en ketters. De heksen staan gelovigen naar het leven, zij vormen een moorddadig complot, erop uit de wereld te veroveren tot eer en glorie van de Prins der Duisternis. Was er iets kwaadaardigs gebeurd, dan moest er een kwaadaardige oorzaak zijn. Een gestorven koe, wiegedood van een kind, vormden snel aanleiding voor een aanklacht. Een vrouw in de buurt die erg lelijk was of heel erg mooi, dom of juist heel intelligent, eenmaal verdacht van hekserij was ze reddeloos verloren. Pijnbank en brandstapel werden haar deel.

In die tijd, het hoogtepunt viel tussen 1580 en 1630, waren er door onzekerheid en gemis aan geborgenheid, hongersnoden, armoede en epidemieën op het platteland gevoegd bij anti-feminisme vele extra factoren voor heksenvervolging aanwezig.

Hoe officieel de vervolging wel niet was blijkt uit het bestaan van 'De Heksenhamer', een door twee dominicanen geschreven handleiding voor de Inquisitie, tussen 1487 en 1669 34 maal gedrukt in oplagen van 1000 à 1500 (persoonlijk, de auteur noemde dit niet, moest ik aan 'Mein Kampf' denken).

Een reactie van importantie kwam in 1631 van Friedrich Spee, theoloog en filosoof, 4 jaar lang biechtvader van heksen. De vervolging raakte over haar hoogtepunt. De kentering was begonnen.

Sinds de verlichting leven we in het tijdperk van de rede, van het Ik, het tijdperk ook van het geld, van het nastreven van het materieel gewin. Daarin geen heksenvervolging, maar wel een situatie, het boek verscheen tijdens de Koude Oorlog, waarin de handlangers van 'de duivel' de communisten zijn, of de kapitalisten al naar het kamp waartoe men behoort. Zij zijn de verstoorders van de orde, tegen wie alle middelen, tot atoomwapens toe in uiterste geval gelegitimeerd zijn.

Wat ons erg intrigeert is hoe nu die cultuuromslag heeft kunnen plaatsvinden, die maakte dat heksenvervolging in de 17e eeuw tot het verleden ging behoren en het Ik tijdperk zijn intrede kon doen. Op blz. 82 merkt de auteur op het wel te kunnen constateren, maar niet te verklaren. Wel haalt hij Foucault aan die wees op verandering in het filosofisch gedachtegoed. Het weten dat tot stand komt door vergelijken vindt nu niet meer plaats via een vaak wat confuse formulering, maar via een methodiek gebaseerd op meten, wegen, tellen.

Is er thans iets te opperen over verandering in denken en doen die een cultuuromslag naar vrede en geweldloosheid zou kunnen bevorderen? Zijn er al tekenen daartoe?

Naar: Inhoudsopgave archief of Inhoudsopgave 't Kan Anders


Last Updated 21 maart 2000