GroenLinks ging door het oog van de naaldop die zaterdag van 18 maart 2000 |
2000 nr. 3
hoofdmenu
inhoudsopgavearchiefover 'tKAuw reactie |
GroenLinks hield op 18 maart jl. een congres, waarop top en basis niet altijd spoorden. Hans
Feddema becommentarieert het. Een belangwekkend artikel. Het betreft meer dan de
gebeurtenis op zich. Het signaleert in wezen een meer universeel, en ook tijdloos verschijnsel.
Hetzelfde hebben we bij de Groenen in Duitsland zien gebeuren bij het bij de macht komen van de "realo's". Hetzelfde gebeurde ook bijna negentig jaar geleden. Rond 1900 was er een bloeiende socialistische beweging in Europa, een beweging die traditioneel anti-militaristisch was, met een groot gevoel van internationale solidariteit. De grote teleurstelling kwam in 1914, toen de sociaal democratische fractie in de Rijksdag voor de oorlogskredieten stemde. In Frankrijk was het al niet beter.
Is GroenLinks aan het verrechtsen? Ik constateer aan de basis
van die partij zeker nog idealen inzake vrede, democratie,
milieu, rechtvaardigheid en mensenrechten. Bij de partijtop ook
wel, maar er is de laatste tijd toch iets gaande wat te denken
geeft.
Er is al jaren, we zagen dat voorheen ook bij de PvdA, sprake
van een soort kloof tussen de partijelite en de basis. De
eerste meet zich soms Amsterdamse grachtengordel-allures aan en
kijkt wat neer op de laatste. Ten onrechte. De elite zelf is
veeleer, vaak zonder het te beseffen, bezig te evolueren in
behoudende richting. Er is bij haar in termen van Max Weber al
enige tijd sprake van een proces van bureaucratisering. Daarbij
moeten vooral de vredesideeën in de partij het ontgelden. De
kritiek van GroenLinks ten aanzien van geweld en militarisme,
zoals verwoord in het program, zou in de optiek van de
fractiemeerderheid haar gezag in de Kamer aantasten. Onzin.
Geweld is bij de status quo niet populair, zolang dit wordt gehanteerd door de straat of door revolutionair links. Rechts laat die weerzin tegen geweld echter vallen, als het gaat om de eigen militaire macht. De mens heeft de neiging de eigen geweldsopbouw te verdoezelen of te rechtvaardigen met 'goede' doelen als verdediging (van eigen verworven macht, bestrijding van het communisme of militair ingrijpen in burgeroorlogen, hoe omstreden ook. Zelfs productie en export van wapens krijgt, afgezien van het economische gewin door die 'goede' doelen een alibi. Tijdens de Koude Oorlog begon links deze dubbele opstelling tegenover geweld door te prikken en de eigen (westerse) rol in het militarisme kritisch te bejegenen. Door de hand in eigen boezem te steken in plaats van alles steeds bij de tegenspeler te leggen, toonde men zich progressief. Vandaag is dat te meer opportuun, nu de macht van het Westen onbehoorlijke vormen aanneemt na het wegvallen van de Sovjet-Unie. Ook omdat er bovendien sprake is van een vervlakking van democratie, in de zin dat politici te weinig tegenspel krijgen of te lang op dezelfde stoel zitten. Dat je goede knikkers krijgt, als je het spel (van de democratie) goed speelt, is totaal uit beeld. Typerend daarvoor is een reactie van de Rotterdamse wethouder Hans Kombrink naar aanleiding van de affaire Peper: "Ach wat zijn regels? We hadden wel iets anders te doen" (Trouw 20-3-2000). Een progressieve partij behoort zo'n ontwikkeling te zien en
daarin tegengas te geven. De partijtop van GroenLinks doet dat
helaas te weinig. Ze laat qua interne democratie veeleer zelf
steken vallen. Dit bleek op het congres van 18 maart. Daar wist
een groep, die inzake Kosovo en de NAVO reeds haar standpunt
had bepaald, door te drukken, dat de gebruikelijke tweede
discussieronden achterwege bleven en de fractie steeds
onweersproken het laatste woord kreeg. De partijtop had er op
moeten staan, dat de tweede discussieronde gehandhaafd bleef.
Zij schoot ook tekort bij de drie termijnenregeling voor mensen
in vertegenwoordigende organen. Ik bedoel niet, dat het congres
in bijzondere situaties een vierde termijn mogelijk maakte. Dat
was prima. Er was echter ook een voorstel om die hele regeling
te laten vervallen, dus dat men onbeperkt kon blijven zitten.
Het bestuur was hier wel tegen, maar de fractiemeerderheid
niet. Deze stemde met vele andere GroenLinksers in
vertegenwoordigende lichamen voor afschaffing van deze
regeling. Het scheelde een haar of zij hadden het congres zelfs
meegekregen daarin. De 'professionals' en de 'idealisten'
stonden in deze als het ware tegenover elkaar. Een zelfde
tweedeling zag je bij de stemmingen over de Kosovo-oorlog en
over de NAVO. Het ging inzake de NAVO om de vraag of
progressieven moeten meewerken aan een sterkere rol van de NAVO
in de wereld. Het vleit het westerse ego, indien die rol
sterker wordt. De NAVO is immers een militaire
belangenorganisatie van het Westen. Die ontwikkeling kan dan
ook op veel steun rekenen. Voor de (progressieve) doordenkers
is dit echter juist de reden dat niet te willen bevorderen. Het
Westen is economisch immers reeds dominant. En geldt ook hier
niet, dat macht corrumpeert? Doorslaggevend is echter, dat de
NAVO geen onderdeel is van de internationale rechtsorde. De
NAVO 'pushen' op het wereldtoneel, zoals de VS doet, gaat
daarom altijd impliciet ten koste van de VN. De VS vindt dat
niet erg. Er is de laatste jaren bij de VS sprake van een
tendens, die onder Reagan en Bush begon en onder Clinton echt
doorbrak, om de VN (wat) weg te drukken. Als je graag 's
wereld's 'regelaar' of politieagent wilt zijn, staat de VN nu
eenmaal in de weg en dus probeer je de (eigen) NAVO naar voren
te schuiven. De VS werd daarbij overigens geholpen door
onhandig opereren van de VN in Bosnië, waar een burgeroorlog
woedde en dus geen vrede te handhaven was, terwijl de VN op
aandringen van het Westen er nochtans 'blauwhelmen' naar toe
stuurde. Het congres van GroenLinks wilde dit kwalijke beleid
van de VS niet honoreren. Ten principale kiezen voor de NAVO,
zoals de meerderheid van de fractie wenste, zou behalve verraad
aan eigen idealen het verkeerde signaal naar de VS zijn
geweest. Dat dat niet gebeurde, voorkwam een ramp in de partij.
Als het congres op 18 maart minder weerbaar was geweest en de fractie had gevolgd, zou een grote uittocht uit de partij het gevolg zijn geweest. Tijdens het congres kondigden velen in de wandelgangen hun vertrek aan, als de stemming op dit voor hen zeer wezenlijke punt verkeerd zou uitvallen. GroenLinks is wat dat betreft door het oog van de naald gegaan. Na de steun van de fractiemeerderheid voor de NAVO-bombardementen op Joegoslavië zou een onomwonden zij het kritische keuze voor de NAVO een onherstelbare vervreemding bij de achterban hebben gegeven. Niet de minst politiek bewusten zouden dan in grote getale de partij de rug hebben toegekeerd. Deze zou daardoor al spoedig een ander karakter hebben gekregen. Wellicht dat van een mini-PvdA. Zitten de Rosemöllers en Harrewijn's daar op te wachten? Ik denk van niet. Het congres te Zwolle zou hen met andere woorden wel eens behoed kunnen hebben voor een ontwikkeling, die ook zij achteraf niet willen. Bij de vaststelling van het nieuwe verkiezingsprogram nog eens het eigen gelijk proberen te halen inzake de NAVO, zoals Rosemöller tegenover de media suggereerde, zou ik dan ook willen afdoen als een eerste onrijpe reactie. Indien derden Groen-Links later nodig mochten hebben, staat het huidige NAVO-standpunt een coalitie niet in de weg. Over een jaar in deze echter als fractie weer te gaan morrelen aan het nu bereikte standpunt, zal een scheuring teweeg brengen in de partij en slechts de SP in de kaart spelen. Hans Feddema
Dr. J.P. Feddema is publicist, lid van het buitenlandberaad van
GroenLinks en redactielid van het GroenLinks-Magazine |
|
hoofdmenu inhoudsopgave archief over 'tKA Updated: 12 juni 2000 |