Sjaloom

Vreemd is dat hier: de zondag als gewone werkdag, voor iedereen

Het is elf uur in de morgen, als ik dit opteken. Zittend op een brok basaltsteen, dat eens deel uitmaakte van een Arabisch huis, hoog op een heuvel, zo'n 800 meter.

Na een klim van drie uur, de pet op (19 maart 25° C.), rugzak, een liter water, verrekijker en fototoestel.

Er heerst hier, na het gebulder van militaire oefeningen, een doodse stilte. Dit is ook een dodendorp. Het enige dat nog keurig rechtop staat, is een groepje bijenkorven. Geen graven van jonge soldaten (of wat er van resteerde), die de opdracht kregen om dit dorp met de grond gelijk te maken - die doden liggen elders, al dan niet opgeëist door familie.

Eens moeten hier dorpsgenoten vredig bijeen gewoond hebben in hun eenvoudige huisjes, hard werkend om brood op de plank te krijgen. Eens moet hier vee gegraasd hebben. Smalle paden, een boerenkar breed, voeren naar plekken met een adembenemend uitzicht op het Meer van Galilea (Kinnéret.). Hier, van bovenaf kun je pas goed zien dat het Meer de vorm heeft van een harp - het veel geroemde instrument, dat staat voor liefelijkheid en welluidendheid.

Bijbelkenners weten dat David op de harp speelde om de driftaanvallen en boze buien van Koning Saul te temperen.

En dit is één van de tegenstellingen die ik, rondtrekkend door Israël, tegenkom. Een land van melk en honing? Ja, maar alleen voor een kleine groep, die 'ze kan laten rollen'...

Er zijn wellicht uitzonderingen, maar als ik zo om me heen kijk in de Kibbutz, dan zijn Israëliërs de bazen, die arbeiders van velerlei nationaliteiten 's morgens vroeg met busjes ophalen om de vuile karweitjes te laten opknappen. Die arbeiders op hun beurt weer blij dat 'er wat te makken valt'. Maar de Israëliër deelt het werk in, delegeert, beveelt zonder zweep en staat op zijn strepen. Hij is zich bewust van z'n autoriteit en laat dat terdege merken: energiek, gezagdragend en fanatiek. Strateeg in hart en nieren. En wie niet danst naar zijn pijpen kan het veld ruimen. Ik heb hier boven in de heuvels rondgedwaald in het 'verdwenen' dorp teneinde het beeld goed op me te laten inwerken. Sjaloom is hier een vloek. De bomen dragen nog de sporen van het geweld dat hier jaren geleden heeft plaatsgevonden. In de verte zie ik de bussen door de Golan rijden. Ladingen toeristen, die georganiseerd van de ene pleisterplaats naar een andere bezienswaardigheid worden getransporteerd.

Maar hier is het een verlaten oord. Geen mens te bekennen. Alleen de lokroep van de spotvogel klinkt hier als een belofte en op de verschroeide aarde spruit het jonge groen toch weer uit. Herneemt de natuur toch steeds weer wat wreed werd afgepakt? Zullen verschillende nationaliteiten hier ooit in vrede bij elkaar kunnen wonen? Hier, op de hoogten, waar de mooiste plekjes zijn afgezet met hekwerk en prikkeldraad. Met om de zoveel meter een geel bordje - niet met het opschrift sjaloom - maar met de gevarendriehoek Danger Mines.

Als ik opsta schuifelt behoedzaam een schildpad onder een distelblad en een snelle hagedis kruist m'n pad.

Tijdens de afdaling bepaal ik me hoofdzakelijk tot de uitbundige bloei in rood, drie tinten geel en veel blauw. Schijnbaar achteloos neergestrooid langs de bermen en tussen de basaltblokken. De uitbundige bloeiende planten overwoekeren zwartgeblakerde legeronderdelen. Over drie maanden echter, als het groen kleurloos, dor en uitgedroogd is, steken de 'monumenten des doods' de kop weer op - zoals oorlogszucht dat eveneens doet. Alleen hebben machthebbers daar een andere terminologie voor bedacht. Vredesoperaties, vredesmissies e.d.

Ik loop langs het zoveelste struisvogelterrein. Zie ze voortgaan, trots en fier. Langs de rand lopen ze met je mee. Kom niet te dichtbij, want ze kunnen behoorlijk agressief zijn. Ik heb er trouwens nog niet één gezien, die de kop in het zand stak. Is het symboliek dat er juist in Israël zoveel struisvogels worden gehouden?

Als ik even later een bijenkorf te dicht nader, krijg ook ik in deze prachtige, vredige natuur te maken met agressie. Een onverhoedse aanval is mijn deel. Terugvechten heeft geen zin, dus zo gauw mogelijk wegwezen. Op adem gekomen zet ik het verschil tussen mens en dier op een rijtje en ik vraag me af:

"Zijn we als mens dan echt zo gedegradeerd?"

Jan Baan

hoofdmenu    inhoudsopgave    archief    over 'tKA        Updated: 12 juni 2000