Wie zijn billen brandt

militaire weg lost geen problemen op

Zeven Servische burgers vinden de dood bij een Albanese bomaanslag in Kosovo op een bus uit Nis. Enige dagen later treft drie Servische agenten in de Presevovallei (Zuid-Servië) hetzelfde lot als zij op een mijn rijden. Verder laten de VS Kostunica weten dat hij tot 31 maart de tijd heeft om Milosevic uit te leveren aan het Joegoslavië-Tribunaal, omdat ze 'anders hun hulp aan Servië van honderd miljoen dollar intrekken'. En tenslotte het bericht dat de Duitse brigadegeneraal b.d. Heinz Loquai, destijds werkzaam in Wenen bij de Duitse missie van de OVSE, in een VPRO-radiogesprek de NAVO-luchtoorlog tegen Joegoslavië 'ongerechtvaardigd' noemt. De bommenregen hield niet iets tegen, maar schiep volgens hem juist twee humanitaire rampen, namelijk eerst een massale verdrijving van Albanezen en later in omgekeerde zin die van Serviërs.

Ziehier enkele nieuwsfeiten uit februari. Ze illustreren dat het Westen maar niet kan ophouden met dictaatpolitiek en ook dat het geloof in de militaire weg als probleemoplosser nergens op slaat. KFOR en de NAVO zitten in de maag met de wraakacties van de Albanezen in Kosovo en ook met hun nieuwe guerrillageweld in de Presevovallei. Ze kunnen weinig doen tegen landmijnen, bommen in vuilniszakken, het gooien van granaten in cafés en het met auto's inrijden op kinderen. Het inzicht dat dit niet helemaal losstaat van hun recente luchtoorlog, ontbreekt echter.

Vredesactivisten (en ook sommige hoge militairen, zich bewust van het actiereactiemechanisme bij geweld) hebben de NAVO ernstig gewaarschuwd dat bombardementen (net als voorheen in Hanoi) de haat en verbetenheid in Kosovo sterk zouden doen toenemen. 'Geweld beginnen tegen de Servische Goliath betekent zelfmoord', zei de gematigde Kosovaarse leider Rugova eens tegen me. Het Kosovo Bevrijdingsleger (UCK) was zich hiervan ook bewust; na Dayton koos het UCK niettemin voor de geweldsstrategie. Het bleek een adequate methode de Serviërs te verleiden tot een forse contraguerrilla en zo tevens de NAVO tot militair ingrijpen. Het UCK vocht vooral via 'fortdorpen', wat het risico van veel burgerslachtoffers met zich meebracht. Volgens een analyse van 19 maart 1999 van het Duitse ministerie van Buitenlandse Zaken zouden de Serviërs niet uit zijn geweest op systematische etnische zuivering, maar zelfs vaak de burgers hebben gewaarschuwd om tijdelijk de wijk te nemen, voordat ze die 'fortdorpen' aanvielen. Loquai verwijst ernaar.

Hoe dan ook, het lukte het UCK uiteindelijk de NAVO voor zijn karretje te spannen. Door haar ingrijpen heeft het bondgenootschap volgens sir Michael Rose, ex-opperbevelhebber van UNPROFOR in Bosnië, 'een cultuur van geweld geïntroduceerd'. De NAVO zou hebben laten zien, dat zij 'zich het recht voorbehoudt om met geweld orde op zaken te stellen als iets haar niet aanstaat'. Maar, zou ik willen toevoegen, tevens dat mensen in conflicthaarden door het NAVO-ingrijpen gesterkt zijn in het idee dat 'geweld loont'. In Macedonië zijn er al signalen in die richting, maar Presevo en Kosovo spannen de kroon. De NAVO en het Westen beginnen in te zien dat ze zich met hun bommeninterventie heel wat op de hals hebben gehaald. Ze zien voor (zeer) lange tijd geen uitweg in Kosovo en de Presevovallei. Wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten.

Hans Feddema

hoofdmenu    inhoudsopgave    archief    over 'tKA   

Updated: 20 april 2001