Wapenproductie en wapenhandel voor de VN

Het Platform tegen Wapenhandel nodigde mij uit - destijds nog als woordvoerder Defensie van de Eerste Kamerfractie van GroenLinks - om mijn visie te schetsen op wapenhandel en wapenproductie. Aan het verzoek van de redactie van 't Kan Anders Vredeskoerier om dit - kort - op papier te zetten en daarover te discussiëren, voldoe ik graag.

Het is dan eerst nodig om de visie te schetsen vanwaaruit ik dit probleem benader. Hoewel het aloude pacifistische ideaal van volledige ontwapening haar aantrekkingskracht - vooralsnog bij kleine groeperingen - zal blijven behouden, moet geconstateerd worden dat na het verdwijnen van de koude oorlog niet het pacifistisch paradijs is uitgebroken, maar dat de intrastatelijke conflicten sterk zijn toegenomen. Het meest afschuwelijke voorbeeld was de genocide in Ruanda waarin ongeveer een miljoen mensen - niet met westers wapentuig, maar vooral met machetes - werden vermoord. Bij de VN was dit ruim vantevoren bekend, maar er werd niets tegen gedaan. Terwijl studies bij de VN uitwezen, dat je met een staande VN-vredesmacht van pakweg vijfduizend militairen dit had kunnen voorkomen. Ik ga er nu even van uit, dat de lezers van dit blad niet op het standpunt staan van: zet er een hek om heen en laten ze elkaar maar uitroeien, maar zich de pacifistische haren uit het hoofd trekken en met mij vragen: waarom is dit niet gebeurd?

Bittere realiteit

Maar niet alleen in Ruanda, in de hele wereld moeten we constateren, dat het pacifistisch ideaal niet erg leeft. Bijna in elk land, op welk continent dan ook grijpen combattanten eerder naar de wapens dan naar de leer van Ghandi. Of het nu in het Midden-Oosten, Latijns-Amerika of Ierland, Baskenland of Corsica is. Allemaal erg onbeschaafd, niet zo verstandig, maar wel de bittere realiteit.

Uit allerlei praktijkervaringen blijkt, dat zo'n staande VN-vredesmacht die binnen 48 uur moet kunnen uitrukken, ondersteund moet worden door regionale VN-vredesmachten, die samengesteld kunnen worden uit de huidige nationale legers. Die kunnen zo overbodig worden. Dat is de visie, die op het congres van GroenLinks is aangenomen en als een lange-termijn-ideaal gezien moet worden. Op korte termijn is er niet veel tegen dat de NAVO - bijvoorbeeld in Macedonië - wapens inzamelt, hoewel het onverstandig is om dit zonder een plan B te doen. Maar dat is een heel andere discussie.

Zo'n VN-vredesmacht heeft - net als de politie - wapens nodig. Bij de politie is dat niet omstreden, hoewel er natuurlijk altijd concrete discussies zijn over de ongewapende bobbies, pepperspray, de keuze van het dienstwapen, de schietinstructies, proportionaliteit en dat soort zaken. Als je voor zo'n VN-vredesmachtensysteem bent, moeten er ook wapens zijn. De keuze van de wapens laat ik nu even liggen, hoewel ik een discussie over non-letale (= niet-dodelijke) wapens ook interessant vind.

Commerciële belangen

Als je vervolgens vindt, dat bij wapenproductie commerciële belangen geen enkele rol mogen spelen, omdat dan de commercie bij wijze van spreken een belang krijgt bij omzet en gebruik (de zogenaamde eigen dynamiek van het industriële complex en daarbij behorende wapenlobbies) dan ligt het voor de hand om voor een nutssector te kiezen. Onze oude nutsbedrijven konden zo bijvoorbeeld allerlei niet-commerciële activiteiten verrichten als energiebesparing en veiligheid van gaskachels garanderen omdat er kruissubsidies mogelijk waren en deze activiteiten macro-economisch wel rendabel waren. Oftewel de wapenproductie moet in overheidshanden of in ieder geval onder maximale overheidscontrole. Dat kan het beste Europees als we tenminste het VVD-verhaal van Bolkestein (koop het maar van de plank in Amerika) problematisch vinden. Problematisch, omdat we dan steeds afhankelijker worden van de Amerikanen.

Criterium voor export

Omdat zulke wapenproductie geen commercieel belang dient, maar slechts produceert voor het VN-veiligheidssysteem, is meteen een beslissend criterium geformuleerd voor export: past het in het VN-veiligheidssysteem en is de behoefte vastgesteld door de VN. Deze behoeftevaststelling geschiedt op basis van een evaluatie van ervaringen. Neem de interventie in Oost- Timor, die - weliswaar te laat - toch heeft gewerkt. Of neem UNMEE wat ook redelijk heeft gewerkt. Maar natuurlijk moet ook van de missers (de bombardementen in de Kosovo-crisis of Somalië) geleerd worden.

Natuurlijk is dit een visie voor de lange termijn en kun je het zien als een ideaal dat niet simpel door allerlei nationalistische economische belangen gerealiseerd zal worden. Ook in Nederland hecht de politieke meerderheid aan onze eigen wapenindustrie. Op korte termijn blijven concrete acties tegen dubieuze wapenexporten en aanscherpingen van het Europese wapenexportbeleid van groot belang. Maar zonder een geloofwaardig alternatief of een overtuigende visie blijven dit soort acties wat in de lucht hangen. 'Hoe moet het dan?', zal altijd gevraagd worden.

Tom Pitstra

Reactie van Hans Wiebenga op dit artikel.

hoofdmenu    inhoudsopgave    archief    over 'tKA   

Laatst gewijzigd: 29 oktober 2001