Alle oorlog is terreur

'You can bomb the world into pieces, but you can't bomb it to peace'1, zong de Amerikaanse zanger Michael Franti, na het uitroepen van de 'war on terror' door president Bush. Wat heeft het nog voor zin bezig te zijn met vredesvraagstukken? Met vrede en geweldloosheid? Laat staan te wijzen op de kwalijke gevolgen van het oorlogsgeweld. Meestal word je dan een sombermans of een watje genoemd en vervolgens genegeerd. Het probleem daarbij is vaak dat je je uitspreekt over mogelijke gevolgen op langere termijn en dat is voorbij de horizon van veel mensen, ook van politici en journalisten. Je voelt je soms een roepende in de woestijn.

Het is onmogelijk in het 'hier en nu' nog iets te doen aan de historische oorzaken van internationale conflicten. Ook is het lastig en complex iets aan de oorzaken van eigentijdse conflictsituaties te doen. Maar dergelijke voedingsbodems bieden wel aangrijpingspunten voor veranderingen, mits er een duidelijke politieke wil aanwezig is. Preventie vereist immers anticiperend vermogen en creatief denken. Daar zijn moed, geduld en doorzettingsvermogen voor nodig. Helaas, met direct daadkrachtig optreden kunnen politici veel beter scoren. Ironisch is, dat dan pas de media belangstelling tonen: 'er gebeurt tenminste wat'. Dan springen zij er boven op, gaan uitvergroten, opblazen en opjagen.

Holenmens
De polemoloog Johan Niezing wees tijdens een internationale vredesconferentie in 1983 al op de gevaarlijke dynamiek achter het bewapeningsdenken. Het was toen nog de periode van de Koude Oorlog (KO) en de bewapeningswedloop. 'Het bewapeningsdenken voert ons van kwaad tot erger', aldus Niezing. Hij concludeerde dat 'als we er niet in slagen om de bewapeningsdynamiek onder controle te krijgen ons een toekomst rest waarin wij overgeleverd zullen zijn aan vormen van irrationaliteit waarmee vergeleken die van de holenmens, de middeleeuwen, de inquisitie, zelfs het fascisme, slechts milde varianten zullen lijken'.

Na de KO is het Pentagon gewoon doorgegaan met de bewapeningswedloop. Inmiddels nemen de VS met hun trouwste bondgenoten ruim tachtig procent van de wereldwijde bewapeningsuitgaven voor hun rekening. Om de kostprijs van de eigen bewapening te verlagen worden wapens wereldwijd geëxporteerd. Het merendeel daarvan gaat naar landen die democratie en mensenrechten aan hun laars lappen.

In zijn recent verschenen boek 'Blowback. Costs and consequences of American Empire'2 heeft Chalmers Johnson het over de onbedoelde oogst van de Amerikaanse buitenlandse politiek. Die werd gekenmerkt door een toenemende militaire macht, ondersteund door clandestiene CIA-operaties en het aan de macht helpen van dictatoriale regimes. Navrant is, in het licht van de aanslagen van 11 september 2001, dat de VS zorgden voor de vorming van een internationale brigade van moslimfanaten. Met de opdracht de Sovjet-Unie uit Afghanistan te verdrijven en daarmee de val van het communisme te bespoedigen. De aanvoerder van die brigade: Osama Bin Laden.

Islamitische verbittering
Sinds de 11de september worden we geconfronteerd met de gevolgen van die politiek. Wanneer we nog verder terug gaan in de geschiedenis kan zelfs de westerse koloniale politiek als bron van oorzaken aangewezen worden. De Amerikaanse schrijfster Karen Armstrong, biograaf van Mohammed, wijst hierop in haar essay 'De islamitische verbittering': 'De Europese koloniale mogendheden zijn grotendeels verantwoordelijk voor de huidige crisis'. De aanslagen in New York en Washington worden terecht als terreur bestempeld. Maar met het uitroepen van een wereldwijde 'war on terror' rijzen direct problemen bij het onderscheid maken tussen 'gerechtvaardigde oorlog' en 'misdadige terreur'. Want wie zijn de good en wie de bad guys? In de lezenswaardige verhandeling over vijf eeuwen geweld in Europa, 'Vrijheidshelden en terroristen', schreef de historicus P.J. Bouman in 1977 al over dit dilemma.

Tromps definitie
Is terreur het voeren van een 'unconventional war' zoals de CIA die jarenlang in Latijns-Amerika heeft gevoerd? In een artikel in de Volkskrant van 28 december 2001 gaat Hylke Tromp uit van de definitie die door de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) gehanteerd wordt: 'Terrorisme is het plegen van of dreigen met op mensenlevens gericht geweld, met als doel maatschappelijke veranderingen te bewerkstelligen of politieke besluitvorming te beïnvloeden'. Tromp stelt dat staten die oorlog voeren niet anders doen! En hij concludeert dat het geweldsgebruik is geprivatiseerd. 'Het gaat erom zoveel mogelijk mensen om te brengen. Massamoord is beslissend', aldus Tromp. Ook de Amerikaanse filosoof Noam Chomsky heeft zich over het staatsterrorisme, met name dat door de VS, diverse malen uitgelaten. Hij verwijt de westerse landen het meten met twee maten bij het gebruik van geweld.

'Terreur is per definitie het wapen van de onmachtigen', volgens Benjamin Barber, auteur van 'Jihad vs McWorld', in een interview met De Groene Amsterdammer. Volgens Barber zijn het verloederende onderwijs, de steeds stompzinniger wordende televisieprogramma's en het uithollen van de overheid verontrustende tekenen des tijds. Hij bepleit meer internationale samenwerking en het exporteren van democratie en burgerschap. Er moet een democratisch alternatief worden geboden voor de ondemocratische, kapitalistische McWorld. Barbers hoop is gevestigd op onderwijs dat is gericht op een 'aristocratie van iedereen' en dat zodoende bijdraagt aan het democratisch ideaal van de vorming van burgerschap.

Rein Heijne, schrijver is actief in het Humanistisch Vredesberaad

1. Bommen brengen geen vrede, wel de wereld aan scherven.
2. Terugslag. Het Amerikaanse Rijk, kosten en gevolgen.

hoofdmenu    inhoudsopgave    archief    over 'tKA   

Laatst gewijzigd: 5 juni 2002