hoofdmenu

Operatie allied force geen 'morele' oorlog

Het Westen kan moeilijk anders dan gelukkig zijn met het vredesakkoord inzake Kosovo. Doorgaan met bombardementen werd na 78 dagen uitzichtloos. En een grondoorlog tegen Servië was meer een schijnbeweging dan reëel. Riskant ook door de enorme escalatie van spanningen in de regio en met Rusland en vanwege een mogelijke herhaling van het Vietnam-debacle.

Uitgangspunt van alles is het Athisaari-Tsjernomyrdin akkoord van 3 juni met Belgrado. Enige dagen tevoren had overigens de Zweedse bankier Peter Castenfield in het geheim voor de NAVO Milosovic ervan weten te overtuigen dat wat nu werd aangeboden voor hem op cruciale punten beter was dan het dictaat van Rambouillet.

Reden dat de laatste vrijwel meteen zijn fiat gaf aan Athisaari en Tsjernomyrdin. Hoe dan ook, de implementatie van dit akkoord is nu de grote uitdaging. De oorlog deed het geweld escaleren en veroorzaakte veel haat. Er zijn reeds vele berichten dat Albanezen wraak nemen op de Servische minderheid in Kosovo of de verlaten Servische huizen plunderen dan wel in brand steken. Ook is er angst dat het UCK ('Kosovaars bevrijdingsleger') informeel het bestuur van de provincie in handen neemt en ook ondanks het door de UCK-top getekende akkoord met de KFOR zich niet echt zal laten ontwapenen, althans vele wapens zal achterhouden.

Los van de vraag of het in Kosovo uiteindelijk toch weer enigszins op orde komt, blijft de prangende vraag of Operatie Allied Force gezien het humanitaire argument een morele oorlog was. Daarbij lijken twee zaken essentieel, nl. a) richtte ze minder onheil aan dan een oorlog zonder humanitair motief en b) had de oorlog kunnen worden voorkomen? Columnist J.L. Heldring noemt een "moraal, die weigert zelf risico's te nemen, erg goedkoop", afgezien dat volgens hem het "lot van de Kosovaren er niet door werd verzacht maar eerder verergerd" (NRC 8-6).

In de klassieke leer van de 'rechtvaardige oorlog' vormen a) effectiviteit, dus of de situatie er door wordt verbeterd en b) of alleen soldaten en niet burgers het doelwit zijn, belang rijke criteria. De Amerikaanse interventie in Vietnam kostte een paar miljoen Vietnamese burgers en 55000 Amerikaanse soldaten het leven en liep uit op een nederlaag. Daarmee voldeed ze niet aan deze criteria. Het was ook door het ontbreken van c) een volkenrechterlijke basis en in het licht van d) het proportionaliteitsprincipe, twee andere criteria in deze, verre van een rechtvaardige oorlog. Opmerkelijk is dat Amerikanen en Westeuropeanen, ook toen nog te veel in de ban van het militaire denken, dit lange tijd echter wel zagen als een morele oorlog. Net als nu inzake Kosovo was er althans in de retoriek een humanitair doel: de Zuid-Vietnamezen beschermen tegen het oprukkende communisme.

Ook de Amerikaanse interventie in Somalië werd ondanks veel humanitaire retoriek in het begin, uiteindelijk geen morele oorlog. Hier lag het niet aan een volkenrechterlijk tekort. De interventie bleek ineffectief doordat de Amerikanen anders dan de bovendien veel lichter bewapende VN-troepen hun onpartijdigheid - een wezenlijke conditie in het kader van 'peace-keeping' - opgaven en de kant kozen van een der Somalische krijgsheren (Ali Mahdi). Ook de Amerikaanse interventie in Libanon voldeed niet aan het effectiviteitscriterium en kan dus net als die in Somalië geen rechtvaardige oorlog heten.

Hetzelfde geldt volgens mij voor Operatie Allied Force.

In de eerste plaats op grond van het effectiviteitscriterium. De balans van de bombardementen op de korte termijn is immers negatief: OVSE-waarnemers weg uit Kosovo, etnische zuivering, moordpartijen, destabilisatie in de regio, vervreemding van Rusland en China, grote materiele en milieuschade en na het akkoord de eerste contouren van een omgekeerde etnische zuivering door het weg vluchten van en wraakname jegens Serviers. Evenzeer echter op basis van een ander criterium n.l. het proportionaliteitsprincipe. Dus dat het toegepaste geweld, de negatieve gevolgen daarvan en de risico's op termijn in Rusland en elders (ook dat vele staten buiten de NATO zich nu extra nucleair of chemisch-biologisch zullen gaan bewapenen) bij lange na niet in verhouding staan tot de schending der mensenrechten in Kosovo, voordat de NAVO overging tot bombarderen. Voorts ook gezien het eigenmachtig opereren van de NAVO, het terzijde stellen van het internationale rechtskader.

Er is bij Operatie Allied Force voorts zeker ook geen sprake van een morele oorlog vanwege a) het zich niet houden van de NAVO aan haar opzet de bombardementen te zullen beperken tot militaire doelen en b) het feit dat er steeds duidelijker aanwijzingen komen, dat het Westen niet eerst alle vreedzame middelen benutte en dus te snel koos voor de militaire weg.

Afgezien van olieraffinaderijen, spoorlijnen en burgerluchthavens zijn er in Servië nogal wat fabrieken, elektriciteit-centrales, ziekenhuizen en scholen door de NAVO geraakt en/of vernietigd. De NAVO zou volgens Gotz Neuneck van het gezaghebbende Instituut voor Vredesonderzoek en Veiligheidspolitiek van de Universiteit van Hamburg op een gegeven moment zijn overgegaan op civiele doelen, toen zij te weinig succes had met het raken van militaire doelen. Het instituut meent dat ongeveer de helft van de 30.000 luchtaanvallen primair op burgerdoelen was gericht. Hoe dit ook zij, het is een schande dat de fractie van GroenLinks (trouwens ook die van PvdA en D'66) in mei, toen dit alles duidelijk werd, - ook dat de burgers meer en meer zonder stroom en water kwamen te zitten -, hun steun aan de bombardementen niet hebben ingetrokken. De NAVO erkende overigens impliciet het niet uitsluiten van civiele doelen, toen zij na het tekenen van het Athisaari-akkoord aangaf zich qua bombarderen even tot militaire doelen te zullen beperken.

En wat het tweede betreft ligt er een fout bij zowel de Kosovaren als het Westen. De Kosovaren begonnen goed met een vreedzame strategie onder leiding van schaduwpresident Rugova. Jammer alleen dat men vanaf het begin geen bondgenoten zocht onder de liberale krachten binnen de heersende macht en voorts dat het UCK begin 1998 zonder overleg met Rugova Servië militair ging uitdagen. Dat laatste was olie op het vuur. Het duurde niet lang of Servië begon terug te slaan via Operatie Hoefijzer en later (vooral na 24 maart '99) met etnische zuivering.

Het Westen verwaarloosde Kosovo gedurende acht jaar en verzuimde in die tijd toepassing van het wapen van de diplomatie en dat van de boycot. Er was wegens de burgeroorlog in Kroatië en Bosnië een boycot tegen Servië. Deze bracht Servië in drie jaar 100 miljard dollar schade en deed Milosovic in 1993 het vredespad inslaan. Het Westen hief die boycot na Dayton echter op, erkende zelfs het nieuwe Joegoslavië en liet de zaak in Kosovo voor wat het was.

Rambouillet was eveneens geen toonbeeld van een geweldloze benadering. Met veel sabelgekletter en gevechtsklaar gezette vliegtuigen, kregen de partijen een dictaat voorgezet van slikken of stikken. Het leek ook alsof de VS de verborgen agenda hadden de VN te vervangen door de NAVO als internationale politieagent. Servië ging akkoord met autonomie, maar zette de voeten in het zand, toen de NAVO slechts de eigen troepen als vredesmacht wilde en bovendien een stationering eiste van deze in heel Joegoslavië, het beruchte appendix b van het Rambouillet document. In het Athisaari-akkoord heeft de NAVO deze twee eisen ingeslikt. De VN is weer terug op het toneel. Het is nu een internationale vredesmacht en slechts gestationeerd in Kosovo. Nieuw in dit akkoord in vergelijking met Rambouillet is ook, dat niet de NAVO maar de Vluchtelingen-organisatie van de VN de supervisie heeft van de terugkeer der vluchtelingen, dat het referendum in Kosovo na drie jaar autonomie vervalt, dat het UCK wordt gedemilitariseerd en dat in overleg met de vredesmacht niet enkele duizenden Servische soldaten naar Kosovo mogen terugkeren, maar enkele honderden. Op het laatste punt na stuk voor stuk concessies van de NAVO, die ook in Rambouillet hadden kunnen worden gedaan, indien het Westen daar echt en ook veel langer had onderhandeld met de betrokken partijen. De oorlog had dus kunnen worden voorkomen. Komt geweld niet meestal voort uit ongeduld?

Dat er sprake was van een humanitaire noodzaak voor Operatie Allied Force blijkt in dit licht in elk geval een leugen. Trouwens ook gezien de (averechtse) effecten in Kosovo tijdens het bombarderen. Een beschavingsoperatie uit naam van de beschaving? Nee. De toegepaste middelen logenstraften de doeleinden. Wat ook de uitkomst mag zijn nu en later, een morele oorlog was het niet.

Hans Feddema

Dr. J.P. Feddema, antropoloog en publicist, is voorzitter van het Komité Macedonië & Kosova en lid van het Buitenlandberaad van GroenLinks.

Naar: Inhoudsopgave archief of Inhoudsopgave 't Kan Anders


Last Updated 20 oktober 1999